grendelde af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gren·del·de af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afgrendelen |
grendelde af
- enkelvoud verleden tijd van afgrendelen
- Ik grendelde af.
- Jij grendelde af.
- Hij, zij, het grendelde af.
- Ik grendelde af.
Gangbaarheid
- Het woord grendelde af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.