grava

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Frans

Uitspraak

Werkwoord

vervoeging van
graver

grava

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van graver


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • gra·va
Naar frequentie 16569

Zelfstandig naamwoord

grava

  1. nominatief bepaald vrouwelijk enkelvoud van grav
Schrijfwijzen
  • graven, m (in de betekenissen: 1. graf, 2. geul, 3. gracht ..., 4. kuil)


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • gra·va

Zelfstandig naamwoord

grava

  1. nominatief bepaald vrouwelijk enkelvoud van grav