gonflé
Uiterlijk
gonflé
- gezwollen
- (spreektaal) gestoord, idioot
- «Sébastien? Il est vraiment gonflé!»
- Sébastien? Die is echt niet goed bij zijn hoofd! [1]
- «Sébastien? Il est vraiment gonflé!»
- (spreektaal) brutaal, stoer
- «Il est gonflé, c’mec!»
- Die kerel heeft lef zeg! [1]
- «Il est gonflé, c’mec!»