godsdienstfanaat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gods·dienst·fa·naat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord godsdienstfanaat godsdienstfanaten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de godsdienstfanaatm

  1. (religie) persoon die teveel aandacht besteedt aan zijn of haar godsdienst
     In zijn werk streed Hitchens voor humanisme, vrijheid van meningsuiting en tegen hypocrisie. Hij was fel in zijn kritiek op mensen die dat in zijn ogen verdienden, zoals oud-minister Kissinger, prins Charles en moeder Teresa, die hij als een opportunistische godsdienstfanaat zag.[1]
  2. (religie) persoon met godsdienstige gekleurde waandenkbeelden
     Toch zegt hij verbaasd te zijn dat hij gestoken heeft. Mantz beschrijft L. als verbaal heel dreigend, die complotachtig denkt en waanbeelden heeft. "Hij is een godsdienstfanaat en denkt dat hij zich inspant voor God. Ik vrees dat hij dit gezien heeft als een daad voor God", zegt Mantz.[2]


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron “Columnist Hitchens overleden” (Vrijdag 16 december 2011, 08:34), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron “'Verdachte fatale steekpartij Albert Heijn Den Haag is ex-tbs'er'” (Woensdag 21 juni 2023, 08:08), NOS