godsdienstfanaat
Uiterlijk
- gods·dienst·fa·naat
- samenstelling van godsdienst zn en fanaat zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | godsdienstfanaat | godsdienstfanaten |
verkleinwoord |
de godsdienstfanaat m
- (religie) persoon die teveel aandacht besteedt aan zijn of haar godsdienst
- ▸ In zijn werk streed Hitchens voor humanisme, vrijheid van meningsuiting en tegen hypocrisie. Hij was fel in zijn kritiek op mensen die dat in zijn ogen verdienden, zoals oud-minister Kissinger, prins Charles en moeder Teresa, die hij als een opportunistische godsdienstfanaat zag.[1]
- (religie) persoon met godsdienstige gekleurde waandenkbeelden
- ▸ Toch zegt hij verbaasd te zijn dat hij gestoken heeft. Mantz beschrijft L. als verbaal heel dreigend, die complotachtig denkt en waanbeelden heeft. "Hij is een godsdienstfanaat en denkt dat hij zich inspant voor God. Ik vrees dat hij dit gezien heeft als een daad voor God", zegt Mantz.[2]
- Het woord godsdienstfanaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Columnist Hitchens overleden” (Vrijdag 16 december 2011, 08:34), NOS
- ↑ Weblink bron “'Verdachte fatale steekpartij Albert Heijn Den Haag is ex-tbs'er'” (Woensdag 21 juni 2023, 08:08), NOS