glijdt omlaag

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • glijdt om·laag
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omlaagglijden

glijdt (...) omlaag

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlaagglijden
    • Jij glijdt omlaag. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlaagglijden
    • Hij glijdt omlaag. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van omlaagglijden
    • Glijdt omlaag! 

Gangbaarheid