gleden af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gle·den af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afglijden

gleden af

  1. meervoud verleden tijd van afglijden
    • Wij gleden af. 
    • Jullie gleden af. 
    • Zij gleden af. 


Gangbaarheid