ginseng

Nederlands

ginseng

Uitspraak

• Geluid:  ginseng    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• gin·seng

Woordherkomst en -opbouw

• Van het Chinese ren sheng, waarvan het eerste deel "mens" betekent (i.v.m. de gelijkenis van de wortel met een menselijk lichaam)

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ginseng
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ginseng m

1. Panax ginseng  bereidingen uit de wortels van soorten uit het geslacht Panax in de Klimopfamilie (Araliaceae)

   • De 'wijn' is te vinden bij verschillende merken. Zo heeft het merk Woof&Brew een pawsecco. Je trouwe vriend kan kiezen uit de kleuren wit en rosé. Beide wijntjes zijn gemaakt van vlierbloesem, lindebloesem en ginseng, alleen is de rosé ook nog aangevuld met wortel.  
   • Gangnam telt duizenden koffiewinkels zodat je niet gauw vermoeid raakt. In de grote modewarenhuizen is een energiedrankje snel gescoord. En de ginseng-thee staat op strategische punten klaar. Maar het meest stimulerend werkt toch de amicale sfeer. In de winkels die ’streetware’ verkopen, word je steevast begroet met ’hey brother’.  
   • In een top tien van kruidenpreparaten die volgens het RIVM risico's opleveren bij medicijngebruik staan: sint-janskruid, zonnehoed, knoflook, kava, ginkgo, geelwortel, danshen, Amerikaanse ginseng, valeriaan en groene thee.  

Afgeleide begrippen

• ginsengthee

Vertalingen

    1.   

Engels: ginseng (en),

Gangbaarheid

• Het woord ginseng staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ginseng" herkend door:

82 %	van de Nederlanders;
80 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.