gezenderd

Uit WikiWoordenboek
Een gezenderd rendier

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·zen·derd
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

gezenderd

  1. (techniek) het bevestigd zijn van een radiopeilzender aan een mens, dier, voer- of vaartuig om diens gangen te kunnen volgen
    • Het tracé van de gezenderde dieren was gemakkelijk te volgen. 
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van: zenderen…
verbogen vorm: gezenderde

gezenderd

  1. voltooid deelwoord van zenderen

Gangbaarheid