gezenderd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·zen·derd
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
gezenderd
- (techniek) het bevestigd zijn van een radiopeilzender aan een mens, dier, voer- of vaartuig om diens gangen te kunnen volgen
- Het tracé van de gezenderde dieren was gemakkelijk te volgen.
Synoniemen
Werkwoord
vervoeging van: | zenderen… |
verbogen vorm: | gezenderde |
gezenderd
- voltooid deelwoord van zenderen
Gangbaarheid
- Het woord 'gezenderd' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.