gevlucht
Uiterlijk
- ge·vlucht
vervoeging van: | vluchten… |
verbogen vorm: | gevluchte |
gevlucht
- voltooid deelwoord van vluchten
stellend | |
---|---|
onverbogen | gevlucht |
verbogen | gevluchte |
partitief | gevluchts |
gevlucht
- van een persoon of dier dat hij of zij ergens weggegaan is uit angst voor iets of iemand
- De voor het vuur gevluchte dieren moesten de rivier over zwemmen.
- De voor de oorlog gevluchte mensen moeten in hun nieuwe land ook een nieuwe taal leren.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord gevlucht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.