geprovoceerd
Uiterlijk
- ge·pro·vo·ceerd
- vervoeging van provoceren: de stam met omvoegsel ge- -d
| vervoeging van: | provoceren… |
| verbogen vorm: | geprovoceerde |
geprovoceerd
- voltooid deelwoord van provoceren
- ▸ En zo liet hij ook deze gelegenheid om over Katarina en haar kinderen te vertellen uit zijn handen glippen. Ondanks het feit dat zijn zoon, bewust Of onbewust, hem zo goed als had geprovoceerd om het onderwerp ter sprake te brengen.[1]
- Het woord geprovoceerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus
, ISBN 9789044645149