geoorloofd
Uiterlijk
- Geluid: geoorloofd (hulp, bestand)
- ge·oor·loofd
- In de betekenis van ‘toegelaten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | geoorloofd | geoorloofder | geoorloofdst |
verbogen | geoorloofde | geoorloofdere | geoorloofdste |
partitief | geoorloofds | geoorloofders | - |
geoorloofd
- toestemming hebbend
- Het is geoorloofd om twee alcoholische consumpties per dag te gebruiken.
- Het woord geoorloofd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geoorloofd" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "geoorloofd" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be