geluidstechnisch

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·luids·tech·nisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen geluidstechnisch geluidstechnischer
verbogen geluidstechnische geluidstechnischere
partitief geluidstechnisch geluidstechnischers -

Bijvoeglijk naamwoord

geluidstechnisch

  1. (muziek) betreffende de technische kant van het muziek maken en muziek weergeven
     Met een feestelijk concert is in Hamburg een spectaculair nieuw concertgebouw geopend, de Elbphilharmonie, ook wel Elphi genoemd. Het moet geluidstechnisch tot de topzalen van de wereld behoren, met een fantastische akoestiek.[1]
     De muziek klinkt intussen geluidstechnisch perfect. En ja, als Roger Waters en zijn muzikanten, die op een midden in de zaal opgesteld podium staan, oud werk van Pink Floyd spelen klinkt dat nagenoeg precies zo als op de platen uit vooral de jaren zeventig. Alleen Waters’ stem is veranderd, maar wie zou het een bijna tachtigjarige kwalijk durven dat hij niet meer klinkt als de jongeman die hij eens was.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2023 Weblink bron “Hamburg wijdt 'juweel' van een concertzaal in” (Woensdag 11 januari 2017, 23:18), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2023 Weblink bron
    Peter van Brummelen
    “Recensie: Roger Waters maakt in Ziggo Dome pas indruk als hij de politiek even vergeet” (05-04-2023), Tubantia