geldvervoerder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • geld·ver·voer·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geldvervoerder geldvervoerders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de geldvervoerderm

  1. persoon of organisatie die geld transporteert
     Ze hadden bijvoorbeeld zelfgemaakte en goed ingepakte wapenstokken gebruikt wanneer ze geldvervoerders overvielen om kneuzingen te voorkomen.[1]
     Staking bij geldvervoerder Brink's hervat[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645149
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 oktober 2022 Weblink bron “Staking bij geldvervoerder Brink's hervat” (Donderdag 29 januari 2015), NOS