Naar inhoud springen

gekauw

Uit WikiWoordenboek


  • ge·kauw
enkelvoud meervoud
naamwoord gekauw
verkleinwoord

het gekauwo [1]

  1. het aanhoudend kauwen
     Ze vreesde het moment dat ze het geluid van haar eigen gekauw niet meer zou kunnen verdragen, zodat ze voortaan alleen nog maar vloeibaar voedsel tot zich kon nemen.[2]