gehaastheid
Uiterlijk
- Geluid: gehaastheid (hulp, bestand)
- ge·haast·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gehaastheid | |
verkleinwoord |
de gehaastheid v
- het gevoel dat men snel moet handelen omdat men te weinig tijd heeft
- ▸ Op de trail verloor ik mijn gehaastheid en kreeg ik een nieuw gevoel voor tijd. Zo werd ik wakker als de zon opkwam en ging ik slapen als het donker werd. De dagen smolten in elkaar, zonder enige notie welke dag van de week het was.[1]
- ▸ Ik bestudeer de stenen, terwijl mijn dochter haar huishouden op afstand bestuurt. Het klinkt, ondanks de gehaastheid, geruststellend, terwijl ik levens van soms een paar woorden - omdat ik niet alles kan vertalen - aan me voorbij zie gaan.[2]
- Het woord gehaastheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron “Graag had ik haar naam genoemd” (4 november 2017), Het Parool