gebiedende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gebiedende (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·bie·den·de
Bijvoeglijk naamwoord
gebiedende
- verbogen vorm van de stellende trap van gebiedend
Werkwoord
vervoeging van: | gebieden |
gebiedende
- verbogen vorm van gebiedend, het onvoltooid deelwoord van gebieden