gastroseksueel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gas·tro·sek·su·eel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gastroseksueel gastroseksuelen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gastroseksueelm

  1. iemand die zijn kookkunst aanwendt om een partner te verwennen of te versieren
     De andere zeven genomineerde woorden waren: duyvendakken, gastroseksueel, horroropa, hufterindex, slaaprijden, smirten en zweef-tv. Alle betekenissen stonden op www.woordvanhetjaar.nl.[1]
    • 'De liefde gaat door de maag' is de lijfspreuk van de gastroseksueel. 

Gangbaarheid

44 % van de Nederlanders;
61 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    mcu
    “Swaffelen woord van het jaar” (16/12/2008), De Standaard
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be