gastarief

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gas·ta·rief
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gastarief gastarieven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gastariefo

  1. de hoeveelheid geld die men moet betalen voor een standaardhoeveelheid aardgas
     Het kabinet gaat ook in op de gevolgen van de maatregelen voor warmtepompen. "De signalen dat een verlaagd gastarief en elektriciteitstarief de businesscase voor eigenaren van (..) warmtepompen doet verslechteren in het komende jaar, hebben het kabinet ook bereikt", schrijft de premier. Maar hij benadrukt ook dat het prijsplafond maar tot eind volgend jaar geldt, terwijl de "investeringshorizon voor een warmtepomp grofweg 15 tot 20 jaar omvat".[1]
     De gasmarktprijs vertaalt zich steeds vaker in een hogere consumentenprijs. Want steeds meer consumenten hebben een variabel energietarief, waarbij energiebedrijven de gestegen inkoopkosten met vertraging doorberekenen. De grote drie energiemaatschappijen passen nu ieder halfjaar, kwartaal of maandelijks hun variabel gastarief aan.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 november 2023 Weblink bron “Kabinet: vooral lagere middeninkomens profiteren van prijsplafond” (Donderdag 22 september 2022, 11:07), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 november 2023 Weblink bron
    Leen Kraniotis
    “Gasvoorraad nu op 80 procent, wat zegt dat voor de winter?” (Zondag 4 september 2022, 17:17), NOS