gasbaten
Uiterlijk
- gas·ba·ten
- samenstelling van gas zn en baten zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gasbaten | |
verkleinwoord |
de gasbaten mv
- (economie) (mijnbouw) geld dat men verdient door aardgas te verkopen
- ▸ Het beperken van de gaswinning heeft grote gevolgen voor de staatskas. De gasbaten bedragen zo'n 12 miljard per jaar. Minder boren betekent al snel een gat in de begroting. Pechtold: "Over deze grote financiële consequenties willen we graag met het kabinet meepraten." Slob bestrijdt dat er meteen extra moet worden bezuinigd. "Vorig jaar was er een meeropbrengst, dat kun je nu misschien gebruiken."[1]
- ▸ "Wellicht de economische crisis. Je zou zeggen dat de crisis leidt tot minder vraag naar gas. Dus dat er minder geproduceerd hoeft te worden. Maar er wordt toch flink gas geëxporteerd vanuit Nederland. Met name Duitsland en België zijn in de winter voor een deel afhankelijk van flexibel gas vanuit Groningen. Ook is er het begrotingstekort. De gasbaten zijn ongeveer 14 miljard euro per jaar. In dit soort tijden is het misschien juist wel heel erg handig voor de overheid om het gas op korte termijn zo snel mogelijk op te pompen. Maar op lange termijn zijn we daar natuurlijk niet bij gebaat."[2]
- Het woord gasbaten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Oppositie wil gasboringen beperken” (Dinsdag 14 januari 2014, 18:29), NOS
- ↑ Weblink bron “"Te hoge gasproductie schrijnend"” (Donderdag 2 januari 2014, 09:43), NOS