gasbaten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gas·ba·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gasbaten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gasbatenmv

  1. (economie) (mijnbouw) geld dat men verdient door aardgas te verkopen
     Het beperken van de gaswinning heeft grote gevolgen voor de staatskas. De gasbaten bedragen zo'n 12 miljard per jaar. Minder boren betekent al snel een gat in de begroting. Pechtold: "Over deze grote financiële consequenties willen we graag met het kabinet meepraten." Slob bestrijdt dat er meteen extra moet worden bezuinigd. "Vorig jaar was er een meeropbrengst, dat kun je nu misschien gebruiken."[1]
     "Wellicht de economische crisis. Je zou zeggen dat de crisis leidt tot minder vraag naar gas. Dus dat er minder geproduceerd hoeft te worden. Maar er wordt toch flink gas geëxporteerd vanuit Nederland. Met name Duitsland en België zijn in de winter voor een deel afhankelijk van flexibel gas vanuit Groningen. Ook is er het begrotingstekort. De gasbaten zijn ongeveer 14 miljard euro per jaar. In dit soort tijden is het misschien juist wel heel erg handig voor de overheid om het gas op korte termijn zo snel mogelijk op te pompen. Maar op lange termijn zijn we daar natuurlijk niet bij gebaat."[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2022 Weblink bron “Oppositie wil gasboringen beperken” (Dinsdag 14 januari 2014, 18:29), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2022 Weblink bron “"Te hoge gasproductie schrijnend"” (Donderdag 2 januari 2014, 09:43), NOS