garantietermijn

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  garantietermijn    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ga·ran·tie·ter·mijn

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  garantie zn  en  termijin zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	garantietermijn	garantietermijnen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de garantietermijn m

1. periode dat een fabrikant een slecht werkend product gratis vervangt voor een deugdelijk exemplaar

   ▸ De HSL-Zuid kampt met betonrot en is niet voldoende bestand tegen vorst en groeiend mos. Staatssecretaris Mansveld heeft een onderzoek over de slechte staat van het beton naar de Tweede Kamer gestuurd. Uit de brief blijkt dat de garantietermijn van vijf jaar is verlopen.

   ▸ In Nederland is het qua garantie anders geregeld dan in Frankrijk. Daar heb je een beperkte garantietermijn van meestal twee jaar. Maar in Nederland heb je naast de fabrieksgarantie, ook nog wettelijk recht op een 'deugdelijk' product. Dat betekent dat als je product stuk gaat binnen de verwachte levensduur, je vaak nog steeds recht hebt op reparatie of herstel - óók al is de garantieperiode van de winkel of fabrikant verstreken.

   ▸ De eKantonrechter zal relatief eenvoudige zaken behandelen op het gebied van wonen, werken en winkelen. Zo kan bijvoorbeeld iemand wiens televisie binnen de garantietermijn kapot is gegaan en niet wordt geholpen, terecht bij de eKantonrechter.

Synoniemen

• garantieperiode

Gangbaarheid

• Het woord garantietermijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.