gadver

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gad·ver
Woordherkomst en -opbouw

Tussenwerpsel

gadver

  1. (krachtterm) om walging uit te drukken
     Ik hoor weleens mensen die zeggen: ‘Oh kon ik nog maar 18 zijn.’ Dan denk ik altijd: Gadver! Ik moet er niet aan denken: wéér liefdesverdriet, wéér onzekerheid.”[1]
     Aangekomen op de bovenste tree kusten ze allemaal een glazen raampje waaronder – las ik later op Wikipedia – een druppel bloed van Jezus zou liggen. „Gadver”, zei mijn oudste. „Er hoeft er maar één een koortslip te hebben...”[2]
     Zij is nuchter en vrijgevochten als een hedendaagse dochter die 'gadver, nee' zegt als haar stiefvader ter sprake komt.[3]
Afgeleide begrippen
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 16 oktober 2020 Weblink bron
    Hendrik Driessen geciteerd door Lucette ter Borg
    “‘Kunst kopen doe ik op gevoel’” (14 september 2017) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 16 oktober 2020 Weblink bron
    Monique Snoeijen
    “We zouden dansen, gedanst hebben we” (3 mei 2014) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 16 oktober 2020 Weblink bron
    Wilfred Takken
    “Een supermarkt zo spannend als een sprookjesbos” (10 april 1998) op nrc.nl op Wikipedia