fotobom
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fo·to·bom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van foto zn en bom zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fotobom | fotobommen |
verkleinwoord | fotobommetje | fotobommetjes |
Zelfstandig naamwoord
- een door iemand anders verpeste of verziekte selfie of andere foto
Gangbaarheid
- Het woord fotobom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.