foil
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- foil
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | foil | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
foil
- (sport) soort windsurfplank waarbij de plank geheel uit het water wordt getild
- ▸ De Nederlandse windsurfers Lilian de Geus en Kiran Badloe nemen deze week deel aan het allereerste EK iQ Foil. De wedstrijden worden gevaren in het Zwitserse Sankt Moritz. In totaal nemen 143 sporters uit 23 landen deel onder wie ook een aantal Nederlandse talenten.[1]
- ▸ Behalve Tokio moeten Badloe en Lilian de Geus zich stilaan ook gaan voorbereiden op de Spelen van Parijs in 2024. Daar wordt de bestaande RS:X-klasse vervangen door de ’zwevende’ iQ Foil-klasse.[2]
Gangbaarheid
- Het woord foil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “Badloe en De Geus voor Nederland naar eerste EK iQ Foil” (21-08-2020), Tubantia
- ↑
Weblink bron “Sport Kort: Van Dam houdt zich goed staande in Schotland” (21 aug. 2020), De Telegraaf