flitst voorbij

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  flitst voorbij    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• flitst voor·bij

Woordherkomst en -opbouw

• uit flitst (werkwoord) en voorbij, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

vervoeging van
voorbijflitsen

flitst (...) voorbij

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijflitsen
   

   • Jij flitst voorbij. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijflitsen
   

   • Hij flitst voorbij. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorbijflitsen
   

   • Flitst voorbij! 

Gangbaarheid

• Het woord flitst voorbij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.