flikt op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- flikt op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opflikken |
flikt (...) op
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflikken
- Jij flikt op.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflikken
- Hij flikt op.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opflikken
- Flikt op!
Gangbaarheid
- Het woord 'flikt op' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.