flik op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- flik op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opflikken |
flik (...) op
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflikken
- Ik flik op.
- gebiedende wijs van opflikken
- Flik op!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflikken
- Flik je op?
Gangbaarheid
- Het woord 'flik op' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.