flans ineen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • flans in·een
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
ineenflansen

flans (...) ineen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ineenflansen
    • Ik flans ineen. 
  2. gebiedende wijs van ineenflansen
    • Flans ineen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ineenflansen
    • Flans je ineen? 

Gangbaarheid