flüchtigere

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • flüch·ti·ge·re
Naar frequentie

Bijvoeglijk naamwoord

flüchtigere

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief vrouwelijk enkelvoud vergrotende trap van flüchtig

flüchtigere

  1. onbepaald (zonder lidwoord) accusatief vrouwelijk enkelvoud vergrotende trap van flüchtig

flüchtigere

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief meervoud vergrotende trap van flüchtig

flüchtigere

  1. onbepaald (zonder lidwoord) accusatief meervoud vergrotende trap van flüchtig

Bijvoeglijk naamwoord

flüchtigere

  1. bepaald nominatief enkelvoud vergrotende trap van flüchtig

flüchtigere

  1. bepaald accusatief vrouwelijk enkelvoud vergrotende trap van flüchtig

flüchtigere

  1. bepaald accusatief onzijdig enkelvoud vergrotende trap van flüchtig

Bijvoeglijk naamwoord

flüchtigere

  1. onbepaald nominatief vrouwelijk enkelvoud vergrotende trap van flüchtig

flüchtigere

  1. onbepaald accusatief vrouwelijk enkelvoud vergrotende trap van flüchtig