firn
Uiterlijk
- firn
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘korrelig sneeuwijs’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1734 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | firn | - |
verkleinwoord | - | - |
- (geologie), (glaciologie) een grofkorrelige substantie ontstaan uit sneeuw en ijs, van waaruit gletsjers ontspringen
- Als er nog meer sneeuw op de firn valt, dan wordt de lucht eruit geduwd en komen de sneeuwdeeltjes nog dichter bij elkaar.
- Het woord firn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "firn" herkend door:
7 % | van de Nederlanders; |
15 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "firn" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
firn | - |
firn
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Geologie in het Nederlands
- Glaciologie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 7 %
- Prevalentie Vlaanderen 15 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Geologie in het Engels