faseert uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: faseert uit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fa·seert uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitfaseren |
faseert (...) uit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitfaseren
- Jij faseert uit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitfaseren
- Hij faseert uit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitfaseren
- Faseert uit!
Gangbaarheid
- Het woord faseert uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.