extrusie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ex·tru·sie
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord extrusie extrusies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de extrusiev

  1. iets maken of produceren door het door een matrijs te persen
     Desso gaat wel voort met de ontwikkeling, marketing, sales en installatie van kunstgrasvelden, en met de extrusie van garens.[2]
  2. (geologie) uitvloeien van lava
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

49 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    dgs
    “91 banen bedreigd bij Desso in Dendermonde” (21/06/2012), De Standaard
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be