expressieloos
- ex·pres·sie·loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | expressieloos | expressielozer | expressieloost |
verbogen | expressieloze | expressielozere | expressielooste |
partitief | expressieloos | expressielozers | - |
expressieloos
- zonder uitdrukking op het gelaat
- Na de botoxbehandeling had de vroeuw geen rimpels meer in haar nu toch wel erg expressieloos gezicht.
- Het woord 'expressieloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.