expositie
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- ex·po·si·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tentoonstelling’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | expositie | exposities |
verkleinwoord | expositietje | expositietjes |
Zelfstandig naamwoord
expositie v
- een uitstalling van voorwerpen om door het grote publiek bekeken te worden
- Fraukje ging naar een expositie van foto's uit de Tweede Wereldoorlog.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord expositie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "expositie" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.