exportproduct
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ex·port·pro·duct
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | exportproduct | exportproducten |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het exportproduct o
- iets dat men met succes verkoopt in het buitenland
- ▸ Nederlandse muziek doet het nog steeds goed als exportproduct. In 2018 werd er ruim 216 miljoen euro aan inkomsten gegenereerd. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van Buma Cultuur, dat jaarlijks de exportwaarde van de Nederlandse muziek in kaart brengt.[2]
- ▸ Is de laadpaal straks het belangrijkste Nederlandse exportproduct?[3]
Gangbaarheid
- Het woord exportproduct staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron “Nederlandse muziek blijft groeien als exportproduct: 216 miljoen in 2018” (Woensdag 15 januari 2020, 09:14), NOS
- ↑ Weblink bron Leen Kraniotis“Is de laadpaal straks het belangrijkste Nederlandse exportproduct?” (Woensdag 16 oktober 2019, 17:28), NOS
