eurocraat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- eu·ro·craat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eurocraat | eurocraten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de eurocraat m
- (pejoratief) informele, oorspronkelijk schertsende benaming voor een ambtenaar van de diensten van instellingen van de Europese Unie, zoals de Europese Commissie, de Europese Raad, het Europees Parlement en het Europees Hof van Justitie
- We zien het (Franse) centralistische beleid vanuit Brussel steeds meer de boventoon voeren. Eurocraten stellen een plan op, bijvoorbeeld het ESM-verdrag, om alle Eurozonelanden onder curatele van de EU te kunnen stellen en dwingend te mogen ingrijpen in de begroting van elk land. De facto hebben we ook al een bankenunie. [1]
- ... en iedereen in Europa haalt opgelucht adem. Brussel slaakt een zucht van verlichting, in de Europese hoofdsteden wist men het klamme zweet van het voorhoofd, ambtenaren halen opgelucht adem, eurocraten trekken hun eurofiele plannetjes weer uit de la. En er verandert niets. [2]
- De PVV wil van Rutte weten of de Nederlandse regering het met ,,deze ongekozen eurocraat" eens is of de uitspraken van Timmermans juist afkeurt. [3]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord eurocraat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eurocraat" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ De Telegraaf HARRY GEELS 31 dec. 2013 De eurocrisis (2): de oorzaken; de rol van Frankrijk
- ↑ De Telegraaf 28 dec. 2016 ’Ja-met-A4’tje’
- ↑ De Telegraaf 06 mei 2017 PVV wil uitleg over uitspraak Timmermans
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel euro- in het Nederlands
- Achtervoegsel -craat in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Pejoratief in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 77 %
- Prevalentie Vlaanderen 87 %