erkent

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • er·kent

Werkwoord

vervoeging van
erkennen

erkent

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van erkennen
    • Jij erkent. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van erkennen
    • Hij erkent. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van erkennen
    • Erkent!