energieproject

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  energieproject    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ener·gie·pro·ject

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  energie zn  en  project zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	energieproject	energieprojecten
verkleinwoord	energieprojectje	energieprojectjes

Zelfstandig naamwoord

het energieproject o

1. een aantal handelingen betreffende de energieproductie die men in een bepaalde tijd denkt te kunnen voltooien

   ▸ Het park is werelderfgoed van Unesco en leunt zwaar op geld van de Europese Unie. Sinds 1988 stak de EU 30 miljoen euro in Virunga. De Amerikaanse miljardair Warren Buffet doneerde nog eens 150 miljoen dollar, voor een energieproject dat beloofde aan 100.000 mensen werk te verschaffen. De EU stelde in 2018 nog eens 20 miljoen euro ter beschikking voor natuurbehoud in Oost-Congo, waarvan een groot deel is bestemd voor de Virunga-stichting.

   ▸ Dan vliegen. De grootverbruiker qua CO2. Kettelerij: "Peter heeft ervoor gekozen om zijn vliegreis te compenseren door ergens anders te betalen voor een energieproject. Maar: het vliegtuig stoot wel degelijk CO2 uit. Zou je dat bijvoorbeeld compenseren door ergens anders bomen te planten, bedenk dan dat zo'n boom lange tijd moet groeien om die uitgestoten CO2 weer op te nemen."

   ▸ Dat idee van een milieubewust Tilos, ingezet door haar voorganger, probeert burgemeester Kamma nu naar een nog hoger niveau te tillen. "Afgelopen jaren verzamelden we een team van deskundigen om ons heen", vertelt ze. "Samen werken we aan het 'Tilos energieproject'. Een voorstel daarvoor werd in 2014 goedgekeurd door de Europese Commissie."

   ▸ Barbara Baarsma, directeur Rabobank Amsterdam, schrijft in een advies aan de Tweede Kamer dat de lage stroomprijzen het verdienmodel van duurzame energieprojecten ondermijnen.

Hyponiemen

• windenergieproject

Gangbaarheid

• Het woord energieproject staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.