elfenwoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- el·fen·woud
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | elfenwoud | elfenwouden |
verkleinwoord | elfenwoudje | elfenwoudjes |
Zelfstandig naamwoord
het elfenwoud o
- woud waarin men elfen vermoedt
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'elfenwoud' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.