elektrozaak

Uit WikiWoordenboek

elektrozaak

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • elek·tro·zaak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord elektrozaak elektrozaken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de elektrozaakv / m

  1. (economie) winkel waar men elektrische apparatuur kan kopen
     De Rode Duivels hebben op het WK met 2-0 van Engeland gewonnen. Het doelpunt dat Eden Hazard in minuut 82 tegen scoorde, was het zestiende van de Rode Duivels. Die goal kost de Belgische elektrozaak Krëfel ruim een miljoen euro.[1]
     Elektrozaak Weldink aan de Hengelosestraat in Oldenzaal zit al enige tijd op slot. Op de deur hangt een briefje dat de winkel is gesloten vanwege persoonlijke omstandigheden.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 december 2021 Weblink bron “Winst België kost stuntende elektrozaak Krëfel 1 miljoen euro” (14-07-2018), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 december 2021 Weblink bron
    Anne Loohuis
    “Oldenzaalse elektrozaak al enige tijd gesloten” (20-07-2018), Tubantia