elektronicaproducent

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • elek·tro·ni·ca·pro·du·cent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord elektronicaproducent elektronicaproducenten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de elektronicaproducentm

  1. bedrijf waarin elektronische toestellen worden gemaakt
     De grootste elektronicaproducent ter wereld, het Taiwanese Foxconn, experimenteert met het inzetten van robots voor de assemblage van apparaten. Dat melden lokale media.[1]
     CEVA Logistics in Venray, een grote speler op dit gebied, heeft sinds twee weken de machine staan. CEVA handelt onder meer de internetbestellingen af van een grote elektronicaproducent die niet bij naam genoemd wil worden. Een dure aanschaf, maar de besparingen zijn groot, zegt manager Bart Hammen. "Er zullen jaarlijks zo'n 700.000 tot 800.000 pakjes door de machine gaan. Voorheen deden we alles met de hand." Er zijn dus minder mensen nodig. "Die kunnen we elders in het bedrijf hard gebruiken", zegt Hammen.[2]


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 13 oktober 2023 Weblink bron “Robots zetten iPhones in elkaar” (Maandag 7 juli 2014, 21:03), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 13 oktober 2023 Weblink bron “Verpakkingsbedrijf wil af van loze ruimte bij internetpakjes” (Dinsdag 27 december 2016, 16:57), NOS