producent
Uiterlijk
- pro·du·cent
- uit Latijn tegenwoordig deelwoord producens[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | producent | producenten |
verkleinwoord | producentje | producentjes |
de producent m
- (economie) (beroep) iemand die (producten of diensten) produceert
- ▸ De Nationale 7 past in dit ideaal van slow driving. Je rijdt door plaatsen die je alleen kent van de borden boven de snelweg. Nevers, Lyon, Valence, Montélimar. Zo vind je jezelf terug op een warme zomeravond op een pleintje in de oude stad van Montélimar, bij restaurant Aux Gourmands, waar de ober vertelt dat de pistachenoten bij de tarte tatin afkomstig zijn van een lokale producent die maar twee bomen heeft.[2]
- mannelijke vorm van producente
- producentenlanden, producentenmarkt, producentenprijs, producentenprijsindex, producentensurplus, producentenverantwoordelijkheid, producentenvertrouwen
1.
- Het woord producent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "producent" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Peter Giesen“Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
producent m
producent m
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- IPA: /prɔdʊtsɛnt/
- pro·du·cent
- producent
- «Firma patří mezi významné producenty těsnících hmot.»
- Het bedrijf is een van de belangrijkste producenten van afdichtingsmiddelen.
- «Firma patří mezi významné producenty těsnících hmot.»
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
nominatief | producent | producenti | |
genitief | producenta | producentů | |
datief | korte vorm | producentu | producentům |
lange vorm | producentovi | ||
accusatief | producenta | producenty | |
vocatief | producente | producenti | |
locatief | korte vorm | producentu | producentech |
lange vorm | producentovi | ||
instrumentalis | producentem | producenty |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch / Duits)
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Economie in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Pools
- Woorden in het Pools met IPA-weergave
- Woorden in het Pools met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Woorden in het Slowaaks
- Zelfstandig naamwoord in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Bezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch