egaliseert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: egaliseert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ega·li·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
egaliseren |
egaliseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van egaliseren
- Jij egaliseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van egaliseren
- Hij egaliseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van egaliseren
- Egaliseert!