eetzaal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- eet·zaal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eet ww en zaal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eetzaal | eetzalen |
verkleinwoord | eetzaaltje | eetzaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
- een ruimte bedoeld voor het gezamenlijk nuttigen van maaltijden
- Dan zien we elkaar om half een in de eetzaal.
Gangbaarheid
- Het woord eetzaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eetzaal" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be