eerstvolgend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- eerst·vol·gend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eerst en volgend
stellend | |
---|---|
onverbogen | eerstvolgend |
verbogen | eerstvolgende |
partitief | eerstvolgends |
Bijvoeglijk naamwoord
eerstvolgend
- de eerste die ergens na komt
- De eerstvolgende tram komt over vijf minuten.
- ▸ Ik had de keuze om 10 kilometer terug te lopen naar een plek waarvan ik zeker wist dat er water was of 8 kilometer door te lopen naar het eerstvolgende beekje, dat echter ook opgedroogd zou kunnen zijn.[1]
Gangbaarheid
- Het woord eerstvolgend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "eerstvolgend" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be