eenhonderdzevenendertig
Nederlands
0 | 1 | 3 | 7 |
eenhonderdzevenendertig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: eenhonderdzevenendertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərtˈsevənənˌdɛrtəx / (8 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'eenhonderdnegenendertig': /ˌenhɔndərtˈsøvənənˌdɛrtəx/
Woordafbreking
- een·hon·derd·ze·ven·en·der·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eenhonderd ht en zevenendertig ht
Hoofdtelwoord
eenhonderdzevenendertig
- "137", langere vorm van honderdzevenendertig, honderd plus zevenendertig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdzevenendertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdzevenendertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
Synoniemen
- honderdzevenendertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm)
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdzevenendertig" ht als linkerdeel
Gangbaarheid
- Het woord 'eenhonderdzevenendertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.