eenhonderdnegenendertig
Nederlands
0 | 1 | 3 | 9 |
eenhonderdnegenendertig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: eenhonderdnegenendertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərtˈneɣənənˌdɛrtəx / (8 lettergrepen)
Woordafbreking
- een·hon·derd·ne·gen·en·der·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eenhonderd ht en negenendertig ht
Hoofdtelwoord
eenhonderdnegenendertig
- "139", langere vorm van honderdnegenendertig, honderd plus negenendertig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdnegenendertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdnegenendertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
Synoniemen
- honderdnegenendertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm)
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdnegenendertig" ht als linkerdeel
Gangbaarheid
- Het woord 'eenhonderdnegenendertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.