Naar inhoud springen

eenhonderddrieënveertig

Uit WikiWoordenboek
Versie door MarcoSwart (overleg | bijdragen) op 16 dec 2018 om 23:01 (→‎top: niet-GB nieuwe stijl met AWB)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
0 1 4 3
eenhonderddrieënveertig,
op een abacus
  • een·hon·derd·drieën·veer·tig, een·hon·derd·drie·en·veer·tig

eenhonderddrieënveertig

  1. "143", langere vorm van honderddrieënveertig, honderd plus drieënveertig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderddrieënveertig euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderddrieënveertig. 

rangtelwoord

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderddrieënveertig" ht als linkerdeel