ebit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ebit
Woordherkomst en -opbouw
  • afkorting uit het Engels: earnings before interest and taxation
enkelvoud meervoud
naamwoord ebit
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ebitv / m

  1. (economie) inkomsten van een onderneming voor aftrek van rente en belasting; genormaliseerde bedrijfswinst
     JDE Peet's boekte vorig jaar een nettowinst van 585 miljoen euro, op een omzet van 6,9 miljard. Het bedrijf belooft toekomstige aandeelhouders groei. Ze mikken op 3 tot 5 procent en een ebit - inkomsten van een onderneming voor aftrek van rente en belasting - van 5 tot 8 procent. Het bedrijf wil zijn aandeelhouders 50 tot 60 procent van de winst uitkeren als dividend, schrijft Het Financieele Dagblad.[1]
     PostNL rekent dan ook op een aanzienlijke groei van de omzet, tot 3,3 miljard euro, en de winst. Het bedrijf rekent op een genormaliseerde bedrijfswinst (ebit) van 240 miljoen euro.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Douwe Egberts hoopt op flinke groei na terugkeer op de beurs” (19-05-2020), NOS
  2. Bronlink Weblink bron
    Sanne Schelfaut
    “PostNL bezorgt recordaantal pakketten: 337 miljoen” (21-01-2021), Tubantia