e-mailmarketing

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • e-mail·mar·ke·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord e-mailmarketing
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de e-mailmarketingv / m

  1. (economie) een vorm van direct marketing die e-mail gebruikt om commerciële of fondsenwervende boodschappen naar een doelgroep te sturen
     De commercial ‘Bier mag weer gezien worden’ combineert volgens de jury de kracht van een tv-spot met het gerichte bereik van e-mailmarketing.[1]
     Eva Leenen (27) begon in februari 2019 bij een marketingbureau gespecialiseerd in e-mailmarketing. Van junior werkte ze zich in acht maanden tijd op tot medior. Deze zomer kreeg ze te horen dat een vast contract er niet in zat.[2]
     Anne-Marie Berghman wijst op tal van nieuwe uitdagingen die nu deel uitmaken van saleswereld. “Tegenwoordig moeten we onze studenten heel zeker ook voorbereiden op de digitale wereld, e-commerce en het hele online gebeuren. SEO, SEA, social media, e-mailmarketing, enzovoort zijn niet meer weg te denken uit een marketingplan.[3]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 8 december 2021 Weblink bron
    Roel Lutkenhaus
    “Prijs voor e-mailspot van Grolsch” (12-09-2007), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 8 december 2021 Weblink bron
    Marjolein Kooyman
    “Eva maakte binnen acht maanden promotie, maar werd toch de laan uitgestuurd” (29-11-2020), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 8 december 2021 Weblink bron
    31/05/2018
    “Verkopen kun je leren” (bv)), De Standaard