dunkle
Deens
Woordafbreking
- dunk·le
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van dunkel
dunkle, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van dunkel
Duits
Woordafbreking
- dunk·le
Bijvoeglijk naamwoord
dunkle
- onbepaald (zonder lidwoord) nominatief vrouwelijk enkelvoud van dunkel
dunkle
- onbepaald (zonder lidwoord) accusatief vrouwelijk enkelvoud van dunkel
dunkle
- onbepaald (zonder lidwoord) nominatief meervoud van dunkel
Typische woordcombinaties
- dunkle Wolken
donkere wolken
dunkle
- onbepaald (zonder lidwoord) accusatief meervoud van dunkel
Bijvoeglijk naamwoord
dunkle
- bepaald nominatief mannelijk enkelvoud van dunkel
dunkle
- bepaald nominatief vrouwelijk enkelvoud van dunkel
Typische woordcombinaties
- die dunkle Küche
de donkere keuken
dunkle
- bepaald accusatief vrouwelijk enkelvoud van dunkel
dunkle
- bepaald nominatief onzijdig enkelvoud van dunkel
Typische woordcombinaties
- das dunkle Zimmer
het donkere vertrek
dunkle
- bepaald accusatief onzijdig enkelvoud van dunkel
Bijvoeglijk naamwoord
dunkle
- onbepaald nominatief vrouwelijk enkelvoud van dunkel
Typische woordcombinaties
- eine dunkle Wohnung
een donkere woning
dunkle
- onbepaald accusatief vrouwelijk enkelvoud van dunkel